Vervolg: voor het eerst naar de operatiekamer.

Ik had een verhaal geschreven naar aanleiding van mijn operatie april vorig jaar in verband met het verwijderen van een niersteen. Dat ging over mijn belevenissen voor, tijdens en na de operatie. O.a. de goede verzorging, en hoe ik me voelde toen alles wat niet direct aan mijn lichaam toebehoorde, ontnomen werd. Dat ik zonder mijn tandenplaatje, zonder trouwring, en “mijn ziel in een zak”, operatiemuts op, eenheidsschort om, mondkapje voor, zo anoniem geworden was: “ik was “patiënt X” geworden”

….en dat ik zo blij was dat ik mijn tanden-plaatje weer op zijn plek zat, toen ik uit de narcose wakker werd. Dit anonieme gevoel heeft mijn anesthesiologe zich bijzonder aangetrokken. Zij heeft contact gehad met het MUMC+ innovatielab en die zijn aan de slag gegaan en hebben een “BEDBOX” ontwikkeld. Daar kun je je persoonlijke “afschroefbare” bezittingen zoals bril, gehoorapparaat en tandprotese vlak voor de operatie in doen zodat je onmiddelijk na het bijkomen van de verdoving je persoonlijkheid weer kunt aantrekken. Daar heb ik gisteren morgen een interview voor moeten doen ten bate van een reclame- en gebruiksaanwijzings-filmpje voor intern gebruik. Na het interview kreeg ik me toch een enorme bos bloemen voor mijn brief. Wat was dat lief!!! Wat ik bovendien bijzonder leuk vond was dat men een alinea van mijn brief op de zijkant van die BEDBOX heeft laten drukken. Ik ben helemaal trots en “vereeuwigd”

About me.

over mij:

Mijn naam is Ton Franssen, veelal bekend onder mijn dialectnaam: der Tuen. Getogen in de geïsoleerde uithoek van Zuid Limburg: het stadje Vaals. Deze omgeving heeft samen met mijn gezinssamenstelling (naoorlogse grenssituatie met alleenstaande werkende moeder) het opvoedbare  deel van mijn karakter en gemoed intens gevormd. 

Op mijn twintigste vertrek ik definitief richting Maastricht om daar aan de academie te studeren en mijn geluk te zoeken. 

Ik ben nu 68 jaar. Ik kan met voldoening constateren dat mijn leven volledig in het teken heeft gestaan en staat van beeldende kunst.

Ik heb van mijn schilderkunst mijn leven lang op bescheiden wijze kunnen leven. Verkoop en (later) lesgeven, hebben me in gelijke delen van mijn inkomen voorzien. Aangezien ik mijn werken  niet als werkproduct maar als levensfilosofie zie, zal ik met deze activiteiten zo lang doorgaan als mijn fysieke toestand het toestaat. 

over mijn werk:

Het fundament van mijn schilderkunst is onspectaculair klassiek. Mijn interesse gaat volledig uit naar de eeuwige filosofische kwesties en inzichten zoals vragen omtrent leven en dood, principiële eenzaamheid, zin- of zinloosheid, levens-drijfveren zoals Schopenhauers „Wille”, Nietzsches aforismen, Sartres naakte existentie.

De voortdurende klunzigheid van het menselijk gedrag is een mooi symbool van zijn „geworpenheid” en is een van de eigenschappen die ik graag aangrijp als themarichting. 

Thema’s zijn bijvoorbeeld: 

Alleenzaamheid: het eigen verzonnen woord zegt het al, 

Sealed: de opgeslotenheid van de mens

Stagged: de opstapeling van klunzig gedrag 

madonnaverering, 

vivacitas: reactie op de vanitas cultuur.

over mijn schilderswijze: 

Deze verbeelding geef ik vorm met een door mijzelf ontwikkelde esthetische schilderwijze. 

De basis daarvan heb ik rechtstreeks geleerd van mijn fantastische schildervader: Willie Gorissen. Daarin speelt de schilderwijze en visie van de grote kunstenaars: Cézanne, Gauguin en Matisse een hoofdrol evenals de Nederlandse equivalenten. Deze mooie maar eenzijdige zienswijze heb ik gesynthetiseerd met behulp van mijn andere dierbare docent: De Bauhaus-nazaat Jan Dohmen. Deze heeft mij met overtuigende liefde gewezen op de antithetische schildersvisies: le Corbusier en de modulair measuring (de gulden snede) en bewegingshoeken. De rafinesses en de esthetiek van de abstracties. De echo’s van Feininger. De kleurenleer van Itten, het belang van het ritme (Schoonhoven). 

Dit zijn de waardevolle ingrediënten van mijn persoonlijke stijl. 

over de achtergrond van mijn schilders-visie:

De Rechter Hersenhelft:

Schilderijen kunnen makkelijker flirten met de creatieve rechter hersenhemisfeer, omdat ze bestaat uit combinaties van beeldelementen: Deze komen tot stand door kleur, vorm, pastositeit, structuur en ritme. 

Bij de perceptie van een kunstwerk gaan deze eigenschappen veel directer naar het creatieve en non-logische deel van de hersenen (rechter hersenhelft). De toeschouwer, die ik overigens graag „de passieve kunstenaar” noem, krijgt de visuele gegevens veel directer binnen dan dat dit met woorden en logica mogelijk is. Deze visuele gegevens zullen daardoor op een andere, meer volledige, vele gevoelsmatige facetten omvattende (holistische) wijze ervaren kunnen worden.

Deze onzegbare facetten komen misschien wel overeen met Plato’s „noumenale” eigenschappen der dingen. Ik noem mijn werk daarom ook wel: „noumenale schilderijen”

Dit is de taal die van jongs af aan bij mij paste en die ik verder heb willen ontwikkelen.

Bij deze communicatievorm voel ik me als een vis in het water.

Schilderen is communicatie.

Schilderen is mijn leven. Schilderen ís communicatie. Zowel in mijn introverte zoeken als in de overdracht naar de toeschouwer.

Ik zie mijn beroep, mijn levenswerk dus als „beeldend filosoferen”. 

(Dat een arbeiderskind deze mogelijkheid krijgt, is een triomf van de na-oorlogse democratie, de enige in de geschiedenis . Mensen die kunst maar een linkse hobby vinden, zeggen eigenlijk dat ze enorm balen dat ze door hun eeuwige gemopper, die deze prachtige verworvenheid niet hebben gezien en dus ook niet aangegrepen.)

Net als het resultaat van het werken van filosofen geen „verkoopproduct” is, zo is mijn werk dat evenmin. 

Mijn Linker Hersenhelft:

Mijn zoeken naar „ het waardevolle, de schoonheid en het belang van beeldende kunst” heb ik niet alleen via schilderen vorm gegeven, maar heeft ook mijn denken beheerst. Beide met heel veel plezier, en beide hebben kwaliteit en positiviteit in mijn leven gebracht. 

Steeds heb ik de motivatie en filosofie van mijn schilderen onderzocht: de maatschappelijke waarde, de zeggingskracht, het waarom, en haar rol in het filosofisch denken. 

Niets houd je zo scherp in dit denken dan wanneer je die filosofieën begrijpelijk wilt maken of verdedigen tijdens het lesgeven. Zodoende denk ik een behoorlijk gevoel aan inzicht in de situatie en de waarde van beeldende kunst verworven te hebben. Zowel haar positieve en negatieve invloed in onze maatschappij. Dit ervaar ik als ware rijkdom.  

Invulling van mijn leven:

De eerste helft van mijn schilders-leven hebben de omstandigheden me ertoe gebracht dat ik veel energie gestoken heb in bijdragen tot het mede ontwikkelen van een betere kunstcultuur in Maastricht en Limburg. De tweede helft heb ik me behoorlijk van alles gedistantieerd en heb me uitsluitend gericht op schilderen. 

In de loop van mijn leven ben ik gaan accepteren dat ik tamelijk ongeschikt ben gebleken om deel te nemen aan de „wedloop naar importantie” van de kunst. Dit is lang een zware frustratie geweest, maar gedurende mijn schilderslaven heb ik die „wedloop van importantie” leren zien als een slechte onvolwaardige eigenschap in de kunst. Zij is het product van ons (neo-) kapitalistische systeem, waarin alles een rangschikking en een financiële waarde moet hebben. Deze wedloop is een gereedschap geworden om kunstwerken te reduceren tot wat ik „geld-accu’s” noem. Opgeslagen (in safe-loodsen) als buffers tegen geld ontwaarding. 

Wat betreft míj́n financiële  aspecten: Ik verkoop het liefst aan mensen die echt van mijn werk houden. Zij kopen een „stukje van mijn filosofie” en crowdfunden mij daarmee zodat ik de schilderkunst verder kan ontwikkelen, kan leven en mijn atelier en mijn materiaal betalen. 

Ik heb niets met subsidie-aanvragen en verkooptechnieken. 

De verkoop van mijn werk gebeurde meestal via een jaarlijkse open atelier. Hiervan maakte ik altijd een grote happening. 

Als u mijn levenswerk, mijn onderzoek belangrijk vindt, weet u nu hoe u mij kunt steunen.

altijd verbeeldingen van onvolmaaktheid van de mens. Een constatering van deze eeuwige klunzigheid, 

Voor het eerst naar de operatiekamer!!

Mijn belevenissen tijdens mijn eerste opname in het ziekenhuis omdat er een niersteen verwijdert moest worden, die zich genesteld had in mijn urineleider. Ook de JJ katheter moest eruit. Door corona perikelen 7 maanden uitgesteld, met alle begrip voor de situatie. Op 7 april ging het gebeuren!!!!!!:

Het ziekenhuis van Maastricht, het MUMC+ is overbelast. Dat wordt mijns inziens veroorzaakt door mensen die helemaal niet bang zijn voor een griepje dat de naam „Covid-19” draagt, en met dat besluit, enorme onnodige stress en overbelasting veroorzaken. Toch lukt het de organisatie van het ziekenhuis om mij na enkele maanden opschorten nog ergens in te plannen om me van mijn „afgedaalde” niersteen af te helpen. 

Daar lig ik dan!!!! Met mijn doorgaans grote mond. In een unisex hemdje dat niet zou misstaan in de jaren 60 van Mao Tse Tung. Een blauw schortje met plastic drukkertjes, zoals die gebruikt worden op een rompertje voor babies. 

We rijden door de gangen van het ziekenhuis die doen denken aan een soort futuristische fabriek. In mijn fantasie word ik rondgesjouwd door een corridor in een kelder uit een thriller zonder nooduitgang. 

En tot overmaat van ramp werd ik ook nog ontdaan van mijn persoonlijkheid. Alles wat „ik” was werd vakkundig weggemoffeld onder een laken en achter een chirurgisch mond- en hoofdkapje. Die ene tegenligger onderweg had ik zelf kunnen zijn, wij patiënten zien allemaal identiek uit. 

Een béétje persoonlijkheid heb ik nog: mijn gebit, mijn trouwring en mijn ziel! In de hectiek is men vergeten om die in potjes te doen. 

Deze troosteloze visie is ongetwijfeld het gevolg van het gegeven dat deze grote kleine man sinds zijn armbreuk in “negentien-grijs-verleden” geen serieuze behandeling meer heeft gehad, en sinds het wegnemen van de amandelen nooit meer als een weerloos kind in handen van artsen en verpleegkundigen is geweest….. die narcose: ik vond het spannend, ik wilde het graag mee maken  (alweer die amandelloze grote mond), maar onder ons gezegd en gezwegen kriebelt het behoorlijk in al mijn spijsverteringsorganen. 

Dit is niet mijn vrolijkste moment!!!

In deze eindeloze gedachten die in de bovenwereld hoogstens vijftien seconden telden, wordt ik een beetje bevrijd van mijn negatieve gedachten door een uiterst vriendelijke chauffeur die zich, onderwijl mijn bed vakkundig naar de operatiekamer laverend, aan mij voorstelt als:

„Hallo, ik heet Francesca” 

„Hoi, Ik ben Ton Franssen” 

„Ja dat wist ik al, wij zijn bijna naamgenoten: Francesca vervoert Franssen” waarbij meneer Francesca mij de slavengeschiedenis van zijn voorouders vertelt die zijn naam veroorzaakt hebben. 

Dit is het moment dat ik me voorneem dat meneer Francesca later, als ik ooit weer gezond word, chocolade van mij krijgt.

Ondanks het opkomen van een blank schuldgevoel, stelt zijn verhaal me heel erg op mijn gemak. 

Op het eindstation krioelt het van bedrijvigheid. Helemaal anders dan ik mij had voorgesteld, kom ik in een grote ruimte met overal gordijnen en naar mijn gevoel, wel tien operatielampen aan het plafond. In contrast met mijn voorstelling is de operatiekamer veel schemeriger, groter, banaler en hectischer. Ik verwachtte een helder betegelde, met veel rustgevend groen gestoffeerde éénpersoonsoperatiekamer met tien monitoren en honderd slangetjes, in een schijn van hemelse verlichting.  Zo kun je fantaseren!!

In deze garage, in deze reparatieplek van het menselijke lijf, werd keihard gewerkt. Dat voelde je, dat zag je, dat rook je! niet heus maar bij wijze van spreken.  Hier konden zeker zes patiënten tegelijkertijd geopereerd worden. 

Er moest nog wat vocht opgeveegd worden. De aardige interieurverzorger die hiervoor de opdracht kreeg, plopte uit het niets met emmer en dweil tevoorschijn. Deze werknemer leek me enerzijds een aardige man maar had, sorry meneer, het zal zeker aan mijn gemoedstoestand gelegen hebben, desondanks een beetje het voorkomen van een butler van graaf Dracula. Dat paste op dat moment volledig in mijn sfeer.

Ik bedankte me bij hem namens alle patiënten in een poging de hele omgeving op te vrolijken met iets dom-grappigs. 

Deze butler zou ook chocolade krijgen.

Maar dat waren ook al mijn laatste heldere gedachten. Plotseling waren er overal noest werkende en helpende jonge vrouwenhanden. De handen die ik miste waren de donkere handen van meneer Francesca. Die waren nu verdwenen. 

Een deel van mijn laatste persoonlijkheid, mijn trouwring, werd nog gauw vastgeplakt. Mijn gebitsplaatje alsnog in een bekertje, en mijn „ziel in mijn zak” zoals Cornelis Vreeswijk ooit zong.

Iedereen had zich braaf voorgesteld. Waaronder de opererende arts die ik meteen herkende en dat stelde me heel erg op mijn gemak. Voor rest ben ik van alle dames de naam en herkenning kwijt. Een blonde lok hier een mooie stem daar. Het enige dat in mijn hersenen geprint staat zijn de vriendelijke ogen van de anesthesiste die zeiden: „Even goed in en uit ademen” 

Een eveneens jonge nerveus-vriendelijke co-assistente frommelde wat in mijn arm, ik hoorde nog de dialoog dat de naald van het aansluit-stukje voor het infuus niet dóór de ader heen maar met de ader mee moest ingestoken worden. Ik was zo onder de indruk, van zoveel nieuwe omgeving dat ik dacht: doe maar meid, oefen maar!!!

Het ademkapje kwam. Er werd een laatste appèl op mijn dapperheid gedaan om flink in te ademen. „Ja ik voel al………”,……. en weg was ik.

Geen hallucinerende prologen van wilde dromen. Geen witte tunnels, geen Petrus of zwaaiende  maagden, ik was gewoon weg. Echt helemaal weg. Zo moet de dood zijn. Ik was niet meer hier. Zoals een constante „fase4slaap”. Van alle gebeurtenissen die in deze tijdloze periode volgden heb ik geen enkele weet. Het verhaal daarvan is zeker wel beschreven in vele chirurgische handboeken en scripties. Was het een routineklus, of had mijn lichaam nog iets verrassends te bieden? Ik zal er nooit achter komen. Ik was 1000% niet hier.   Weg,     „Weg vom Fenster”, en…..

….toen werd ik gewoon wakker. 

Totaal saaie inleiding en uitloop dus van deze narcose. Totaal onspectaculair:                Wakker…….        Niets…..       Weer wakker. 

Eéntiende seconde lang was ik een beetje  teleurgesteld dat er geen fantastische visualisaties van wat dan ook waren geweest. 

Maar dat maakte in een oogwenk plaats voor een enorme berg dankbaarheid jegens de anesthesiste en haar co-assistente. Hoe kun je je werk beter doen dan dat de patiënt de narcose beleefd zoals hierboven beschreven.  

Mijn voornemen staat vast: Ook zij zouden zeker chocolade krijgen.

Het „gewone wakker” was wel nog zeer oppervlakkig. Vraag me nu niet meer waar ik precies mijn ogen open deed. Het eerste wat ik vreemd genoeg bemerkte was dat mijn gebitsplaatje weer op zijn plaats zat. Mijn persoonlijkheid was weer terug!!! “Yeeehhh!!!!” Raar dat uitgerekend deze prothese die ik missen kan als kiespijn, op dat moment zo sterk het symbool was van mijn persoonlijkheid. Terwijl het juist NIET van míj́ is.

Maar het besef van de aanwezigheid van dat stomme gebitsplaatje was plotseling de oorzaak dat een imaginaire deken van warmte en geborgenheid over mij neerdaalde.

Het idee, dat men mijn hulptanden  zo liefdevol vanzelfsprekend teruggezet had, werd in mijn gedachten allesoverheersend, en dit beeld triggerde een zalig gevoel van oneindig liefdevolle zorg en bescherming voor mijn persoontje.

Ik stel bij deze vast dat mijn romantische ader, mijn emotie-geheugen en de rechter hersenhelft met zijn gevoel en fantasie, het eerste is, dat weer actief wordt na een narcose.  Dat had ik me namelijk al afgevraagd.

Ik had nu aan eigen lijf dezelfde eindeloze liefde voor de medemens ervaren, zoals ik daar regelmatig getuige van was als ik naar mijn voorkeur-slaap-programma op tv: ”Ambulance” keek. 

Maar nu als hoogsteigen ervaring in mijn geheugen gegrift, ik zal het nooit meer vergeten!

Ik duizelde nog steeds door van emoties: De zorg van dit hele team, vanaf de eerste seconde bij binnenkomst in de „HOLDING” tot het verlaten van de verpleegafdeling op een stoel met wieltjes, overgedragen aan mijn eigen echtgenote. Dat machtige gevoel van veiligheid! Allen die zo bezorgd om mij waren, en zo vriendelijk, en mij nu van mijn ellende verlost hadden.

Of u m33ij geloofd of niet, ik had de tranen in mijn ogen. Ik was door dit alles overweldigd. 

Langzaam werd mijn linker hersenhelft ook wakker: 

Uit het niets werd ik plotseling zo boos op mensen die hun handen niet thuis kunnen houden jegens zorgpersoneel, dat ik ze bijna gun, dat als ze in het ziekenhuis belanden, het zorgpersoneel WEL hun handen thuis houdt. Ik werd zo boos op de politiek dat het zorgpersoneel zo weinig verdient dat ik de politici net zo’n lange wachtlijst gun als ikzelf. Ik wordt zo boos als ik lees dat het zorgpersoneel een „motivatiebrief moet schrijven om in aanmerking te komen voor die beloofde € 500 extra. Ik word zo boos over bepaalde mensen die niet „geloven” in pandemieën en daardoor zoveel onrust en overuren veroorzaken, dat ik ze een enkeltje naar hun beloofde land „Brazilië” gun.

Geen chocolade voor deze mensen!!!!

Hierna gaat het snel. 

Ik word naar een verpleegafdeling gebracht. Eerste prikkeldraad-bloed-plassen. Veel gedachtes worden nu verdreven door het eerste drinken en de namiddagmaaltijd: Boterhammetjes van gemiddelde smaak die om hygiënische redenen zo koud zijn dat veel warme gevoelens nu wegsmelten en plaats maken voor wereldse gedachtes, zoals: Mijn vrouw bellen, Oh, ja, de trouwring!! Yep die is er nog. Plasfles vragen voor een tweede prikkeldraadplassen. Er worden regelmatig echoscopieën gemaakt om te controleren hoeveel plas er weg is en bijkomt. 

Ook de verpleegsters m/v hier, hebben alles onder controle. 

Twee zakjes chocolade voor deze afdeling!!!!

De afdeling waar ik nu lag was wel hilarisch te noemen.  Allemaal mannen met plasproblemen.

Of zoals mijn eerste uroloog zij: we zijn eigenlijk de loodgieters van het ziekenhuis. Nou dan lagen daar allemaal mannen met problemen met hun sifon. 

Daar ons slechts wat dunne hygiënisch verantwoorde ziekenhuis-gordijnen scheidden, ben ik nu volledig bijgespijkerd betreffende masculiene urinale ontlastingsproblematiek. 

Last but not least: Natuurlijk een “Dank je wel” voor het eigenlijke operatie team. Dat zijn de mensen die het eigenlijke werk gedaan hebben, die mij uiteindelijk van mijn loodzware natuurniersteen verlost hebben. 

Ha, mijn humor is terug!! 

Ik kan inmiddels verklappen dat alles het inderdaad „weer doet”

Hun kennis en inzet heeft me weer een gezond mens gemaakt. Maar veel meer dan dat. Want ik heb geleerd dat als er ook maar iéts hapert aan je lichaam, zeker als dat rond je pensioenleeftijd gebeurt, het is alsof een labeltje aan jou plakt, waarop staat …„bejaard”….. „oud”…”versleten”…” Dit hele gebeuren geeft je de overtuiging dat je zeker niet oud wordt. Ook dit gevoel is weg-geopereerd. Nu kan ik weer zingen: Lang zal ik leven!! Beter nog: Lang zullen ze leven!!!!

Ook voor dit team moet er dus flink wat chocolade komen.

Der Tuen

Ton Franssen

Lees verder “Voor het eerst naar de operatiekamer!!”

brief blok I 20/21

Beste cursisten,                                               1 september 2020
 
 
Het is weer september!!!
 
De vragen begonnen al binnen te druppelen. De telefoon te rinkelen. Hier zijn de gegevens voor het nieuwe cursus seizoen. Ik hoop dat jullie de Corona-tijd tot nu toe redelijk zijn doorgekomen.
Ik was al bezig met de voorbereidingen voor het nieuwe cursusblok. Sorry dat ik nog niet persoonlijk geantwoord heb op deze telefoontjes en alle andere media. Ik laat sociale stilte (media) graag onderdeel van mijn vakantie zijn. 
Laat het me weten als er onduidelijkheden zijn.
 
De cursussen gaan weer beginnen…. In corona-tijden. dwz dat we dus het een en ander gaan aanpassen.
Uiteraard zal ik een mondkapje dragen en zal ik zorgen voor desinfectie spullen. Ik heb besloten dat er (voorlopig) maximaal 5 (vijf) cursisten per les aanwezig mogen zijn. Er zal dus een „opschuif-systeem” zijn. Stel er is een cursus met 6 cursisten,  Elke les kan één cursist niet komen. Op deze manier komt elke cursist 2 keer NIET tot Kerstmis. Bij grotere groepen is dat iets meer. Een schilderachtige stoelendans van enthousiaste kunstenaars dus. Zo blijft de cohesie van de groep bestaan.
Je betaalt uiteraard het aantal lessen dat je gevolgd hebt. 
Mochten er veranderingen plaatsvinden betreffende corona, dan bespreken we dat in de les. 
Als er weer een lock down komt, stoppen we weer tijdelijk en krijgt iedereen restitutie van het lesgeld. Of een voucher. Een tegoed bij voortzetting. Dat mag je zelf beslissen. 
Een groot deel van de cursisten heeft afgezien van restitutie van het restgeld van Blok II van de vorige cursus. Dat heeft me erg geholpen om mijn onkosten in bedwang te houden. Ik heb namelijk geen gebruik kunnen maken van de „Corona-bijstand”  omdat ik net van te voren de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Mijn dank is dus groot. De andere cursisten krijgen dat geld verrekend met de kosten van het nieuwe seizoen. Mocht je niet deelnemen dan wordt dat geld alsnog teruggestort. 
Graag wil ik weten of je onder deze voorwaarden verder wilt deelnemen aan de lessen. De dagen en tijden blijven hetzelfde. De lesprijs is dit jaar € 17 per les. We beginnen in de week van 15 september. 17 tot 25 oktober is herfstvakantie. Dan is er geen les. De lessen gaan door tot 18 december.
 
Om nu een goed rooster op te stellen is het vooraleerst nodig om precies te weten wie er aan die cursus deelneemt. Ieder krijgt dan een persoonlijk rooster.  Je kunt van te voren opgeven wanneer je niet kunt. Ik probeer daar dan rekening mee te houden. 
 
Reageren via mail of WhatsApp aub. Anders heb ik alle informatie op te veel verschillende plekken staan.
 
Qua Corona gelden de regels als gebruikelijk:
 
Voor alle cursisten gelden de algemene corona richtlijnen, zoals:
 
– 1,5 meter afstand
– Ontsmet handen bij binnenkomst
– Blijf thuis bij verkoudheidsklachten. Ben je ook benauwd
  en/of heb je koorts? Dan moeten alle huisgenoten
  thuisblijven.
-één persoon bij de wasbak.
 
Heb je vragen, of ben ik wat vergeten te vermelden? Laat het me effe weten.
Ik hoop dat jullie er weer allemaal bij kunnen zijn. 
 
Hartelijke groeten 
 
Ton

Artikel in de Limburger

Op 6 juni 2020 verscheen een mooi artikel over Limburgse  portrettisten in de zaterdagbijlage van de Limburgse krant “de Limburger”.

 

102884219_3304067756293090_768703437703522500_n

Met trots constateerde ik dat  een zelfportret van mij op de voorpagina pronkte. En binnen  het artikel werden nogmaals 2 pagina’s aan mij gewijd.

Hieronder  een link naar het artikel.
https://www.limburger.nl/cnt/dmf20200608_00163336/limburgse-kunstenaars-voor-ton-franssen-uit-vaals-is-een-zelfportret-de-ideale-manier-om-zichzelf-te-onderzoeken

over EROS 1.0.0.

Eros 1.0.0.

Eros 1.o.o. is de oude Eros. Niet de engeltjes schietende cupido: de kitscherige 2.04.16. Maar ik bedoel de derde entiteit die geschapen werd volgens de oudere Grieken. Eerst was er chaos. Toen was er moeder aarde met haar grote aarden borsten die waarschijnlijk naar de Alpen verwijzen. Maar er was nog geen licht, geen donker, geen tijd. De eerstvolgende kracht die er volgens de Grieken van node was: de oergod: EROS. De oorzaak van de dingen, of het verlangen dat in alles en iedereen aanwezig was. Ik zeg: de god van de motivatie. Oerkracht om te scheppen.

Vivacitas

Vivacitas is een thema dat me de laatste tijd bezig houdt.  Het houdt Eros aan de praat. Hoe dat zo?  We kennen het begrip: Vanitas?  Vanitas-schilderijen zijn schilderijen waarin middels symbolen verwezen wordt naar de menselijke ijdelheid. Deze symbolen kunnen  een schedel of botten zijn, maar ook gebruikte, kapotte boeken, verwelkte bloemen, uitgedoofde kaarsen. Het vertelt ons met een terecht wijzend vingertje: Wees niet ijdel, want de dood ligt op de loer.  Deze soort schilderijen zijn vooral geproduceerd tijdens de Hollandse genre schilderkunst.   Ik vind het idee van symboliek betreffende onze tijdelijkheid zeer bruikbaar. Maar niet met het doel om ijdelheid in te dammen. Neen, besef van de wetenschap dat we sterven, geeft ons extra reden om met volle overtuiging zo optimaal mogelijk te leven!!!! 

Zo mogen deze schilderijen een aansporing zijn om te leven. Meer nog: om te existeren!!!!   Ik heb me de naam “VIVACITAS” bedacht als pendant en tevens kritiek  op “Vanitas”  Want, is enige vorm van ijdelheid niet noodzakelijk om in deze westerse wereld te overleven? 

Ik kan me geen mooier symbool voor onze sterfelijkheid voorstellen dan het tere skelletje van een vogeltje?  Zelfs haar stoffelijk overschot is als een filigraan  juweeltje en herinnert ons aan de fantastische veelvuldigheid en creatieve scheppingspotentie van de evolutionerende natuur.